Weet u wat het belang is van de Insemination Rate?

In de melkveehouderij hebben verschillende factoren invloed op de prestaties van het bedrijf. Voeding, dierwelzijn, reproductie en management, deze factoren werken allemaal samen als tandwielen die in elkaar verweven zijn. Als één van deze factoren niet goed presteert, kunnen ze andere factoren significant beïnvloeden.

Dit geldt vooral voor de vruchtbaarheid, de focus daarbij is altijd om zoveel mogelijk koeien drachtig krijgen. Op die manier krijgen we, behalve meer kalveren per jaar, ook een hoger percentage koeien in lactatie, wat weer zorgt voor een hoger inkomen van het bedrijf.

De belangrijkste indicator voor de vruchtbaarheid is de Preg Rate (PR). Deze indicator bevat direct twee andere indicatoren, namelijk de Conception Rate (CR) en de Insemination Rate (IR). Het doel van dit artikel is om beter te begrijpen hoe de IR de economische resultaten op het melkveebedrijf beïnvloed.

Maar wat is nu eigenlijk de insemination rate?
De IR kan worden berekend door het aantal inseminaties van de laatste 21 dagen te delen door het aantal koeien dat geïnsemineerd had kunnen worden in dezelfde periode. Het aantal koeien dat geïnsemineerd had kunnen worden zijn alle koeien, behalve drachtige, bewust guste en verse koeien die nog niet klaar zijn voor hun volgende dracht (Vrijwillige Wacht Periode)

Deze indicator laat twee mogelijke problemen zien die voor kunnen komen bij de dieren:

1 – Anoestrus: koeien die niet in een cyclus zitten, vanwege verschillende factoren, zoals een lage lichaamsconditiescore, voedingstekorten, stofwisselingsziekten, problemen na het afkalven in het algemeen, enz.
2 – Fouten in de tochtwaarneming: in dit geval zijn de koeien in cyclus, vertonen ze tocht, maar worden niet geïnsemineerd doordat de tocht niet gezien is.

Daarom kunnen we concluderen dat een lage IR ons niet in staat stelt een goede Pregnancy Rate te krijgen. Dus om drachtige koeien te krijgen, moet je ze insemineren!

Bron: UNIFORM-Agri (SmartMilk) – PDPL

Is er invloed op de economische resultaten?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, analyseerden we reproductie- en economische gegevens van 30 melkveebedrijven in de ‘Zona da Mata’ regio in Brazilië. Hierbij werden we geholpen door de Dairy Farming Development Program (PDPL-UFV) in de periode juni 2020 tot mei 2021. De reproductiegegevens komen uit de software van UNIFORM-Agri (SmartMilk).

Uit deze 30 boerderijen, hebben we twee groepen gemaakt van de 20% bedrijven met de hoogste IR (blauw) en 20% bedrijven met laagste IR (rood) (Grafiek 1). Vanaf dat moment, hierbij hielden we elke keer dezelfde steekproef van bovenste en onderste groepen voor IR aan, analyseerden we andere indicatoren.

Grafiek 1 > Bron: PDPL

Pregnancy rate (PR)

Een groot voordeel in het verhogen van de IR is dat de PR ook verhoogd wordt. In deze studie is er in het resultaat geen verschil te zien (Grafiek 2).

Hier kunnen we zien dat de groep boeren met een hoger IR bijna 10 extra punten bij het PR kreeg. Dit houdt in dat er tussen de 6 en 7 drachtige koeien meer waren per maand in een veestapel van 50 koeien die hiervoor in aanmerking kwamen.

Grafiek 2 > Bron: PDPL

Netto marge per liter melk (NM/L)

Deze indicator kan worden berekend door de totale operationele kosten af te trekken van het bruto inkomen. De totale operationele kosten zijn alle directe kosten, zoals personeelskosten, over, elektriciteit, brandstof, mineralen, medicijnen, enz. Daarnaast valt hier ook de waarde van het werk van familieleden, de afschrijving van gebouwen, machines, uitrusting en niet-jaarlijkse kosten van voer en hulpdieren onder. Een belangrijk verschil tussen nettomarge en kasstroom, is bijvoorbeeld dat er niet alleen rekening wordt gehouden met inkomsten en uitgaven, maar ook met indirecte uitgaven, zoals familie die op de boerderij meewerkt en afschrijvingen.

Grafiek 3 > Bron: PDPL (R$=Braziliaanse Real)

In de studie in kwestie, had de groep boeren met een betere IR een nettomarge van R$ 0.29/Extra liter melk. (Grafiek 3).

Gezien dit verschil in nettomarge per liter, kunnen we berekenen dat een bedrijf dat 1.000 liter per dag produceert, tegen het einde van de maand R$ 8.700 meer zou hebben! Is dat de investering in de vruchtbaarheid waard?

Rendement op geïnvesteerd vermogen (ROIC)

Een van de meest complete economische indicatoren is het rendement op geïnvesteerd kapitaal. Dit kunnen we berekenen door de jaarlijkse nettomarge te delen door de kapitaalvoorraad (alle goederen van het onroerend goed: dieren, machines, gebouwen, enz.). Met andere woorden, dit betekent alles wat is geïnvesteerd, hoeveel er per jaar (in procenten) naar de boer terugkomt.

Ook hier is geldt, de meest efficiënte bedrijven in IR hadden een beter rendement op investeringen, met een verschil van bijna 17 procentpunten per jaar. (Grafiek 4)

Grafiek 4: Source: PDPL – ROIC – Rendement op geïnvesteerd vermogen

Hoe kan de insemination rate verhoogd worden?

Met deze resultaten in gedachten is het duidelijk hoe belangrijk het is om te investeren in de IR, maar hoe doe je dit?

Hier zijn een aantal acties die bijdragen aan het verbeteren van dit getal:
• Droogstand: Een goede droogstand minimaliseert de kans op stofwisselingsziekten en infecties na het afkalven, die de vruchtbaarheid van de koe negatief kunnen beïnvloeden.
• Comfort en dierenwelzijn: Elke factor die het comfort en welzijn van de koeien beïnvloedt, heeft een direct invloed op de reproductie, niet alleen in de conceptie, maar ook in de cyclus en tocht.
• Tochtigheidsobservatie: Ook wanneer u een koe nog niet wilt insemineren of wanneer zij reeds geïnsemineerd is, is het belangrijk om mogelijke tochten te observeren en registreren. Koeien die bij de eerste inseminatie niet drachtig worden, worden opnieuw tochtig en dit moet voor her-inseminatie worden geïdentificeerd. Sommige tools en handelingen helpen deze observaties, dergelijke tools kunnen afzonderlijk of samen worden gebruikt, afhankelijk van het systeem en de handelingen,
• Training: het is belangrijk om medewerkers altijd op de hoogte te houden van de belangrijkste tekenen van tochtigheid bij koeien en vaarzen;
• Vloer: een gladde en/of zeer onregelmatige vloer verminderd de activiteit van de koe en daardoor dus ook de kans dat een tocht waargenomen wordt;
• Ga overbezetting in stallen tegen: koeien hebben ruimte nodig om te lopen op het moment dat ze tochtig zijn;
• Minimaliseer klauwproblemen: klauwproblemen verlaagd het aantal en de duur van de activiteit van de koe en daarmee de kans om haar tochtig te zien;
• Stieren: voor dieren die in stallen zijn gefokt, kan het een interessante strategie zijn, aangezien de stier meerdere keren per dag zijn werk doet, waardoor de kans op waarneming van tochtigheid toeneemt;
• ‘Tailpaint’: het idee van dit hulpmiddel is om dagelijks de basis van de staart van de koe te markeren en te kijken of deze verf is verwijderd (door meerdere keren besprongen te worden vervaagt de verf)
• Stickers/ indicatoren: Deze ‘stickers’ worden op de basis van de staart geplakt. Bij een koe die is besprongen zal de kleur van de sticker veranderen waardoor men weet dat zij tochtig is.
• Elektronische tocht-detectiesysteem: Deze sensoren detecteren door middel van dagelijkse stappentelling de activiteits-toename die optreedt bij tochtige koeien. Dit wordt gemeld aan de boer, waarbij wordt aangegeven om welke koe het gaat en wat de beste tijd is om de inseminatie uit te voeren.

Conclusie
Er zijn veel simpele en betaalbare strategieën die gebruikt kunnen worden om de insemination rate te verhogen. Deze indicator heeft een directe relatie met het aantal drachten dat in een jaar ontstaat en ook met de winstgevendheid op melkveebedrijven. Om vruchtbaarheidsresultaten te controleren, is het belangrijk om de nodige registratie bij te houden (datums van inseminaties, afkalven, tochtigheid, enz.) om vervolgens met behulp van goede software zoals UNIFORM-Agri (Smartmilk) de indicatoren duidelijk te krijgen en te analyseren. Zo kunnen de beste beslissingen worden genomen voor de technische en economische duurzaamheid van het bedrijf.

André Navarro Lobato
BS in Veterinary – Universidade Federal de Viçosa (UFV)
MSc in Ruminants Production and Nutrition – Universidade Federal de Viçosa (UFV)

Veterinarian at PDPL – Viçosa-MG/Brazil
Managing partner at Gestão Pecuária Agricultura Company
Post-Graduate Professor in Dairy Cattle at CENVA

Disclaimer: Dit artikel is geschreven op basis van de huidige situatie in Brazilië. Sommige voorbeelden en bedragen in dit artikel zijn niet volledig in lijn met hoe het in Nederland gaat.

Deel dit artikel op sociale media!